Bewoners zijn blij met hun leefomgeving als:
- zij zich er veilig voelen en eerst elkaar opzoeken om kwesties aan te pakken;
- er aandacht is voor buren die eenzaam zijn of hulp nodig hebben;
- voorzieningen voor gezondheid en welzijn goed bereikbaar zijn
- ondernemers betrokken en zich actief inzetten;
- de school vlakbij is, goed bereikbaar en een wezenlijk deel van de buurt;
- zij er met plezier wonen en er voldoende aanbod is van goed onderhouden koop- en huurhuizen.
De buurt heeft kenmerken van een leefbare, sterke en vitale gemeenschap als:
• etniciteit, leeftijd, inkomen, gezondheid en religie niet bepalend zijn in de omgang met elkaar;
• nieuwe mensen zich welkom voelen;
• mensen verbonden zijn door gemeenschappelijke interesses, waardoor sterke duurzame banden ontstaan;
• er buurtondernemingen met een sociaal, praktisch en of economisch oogmerk actief zijn.
Denk hierbij aan een gemeenschappelijke moestuin, gezamenlijk inkopen van energie, samen exploiteren van zonnepanelen, autodelen, kinderopvang met ouders uit de buurt, gedeelde maaltijden, een zorgcoöperatie, goedlopend overleg met woningcorporaties, een impuls voor de school en dergelijke.
Bewonerskracht In een leefbare, vitale buurt geven bewoners zelf zoveel mogelijk vorm aan hoe ze elkaar kunnen ondersteunen en versterken. De talenten, het verzamelde potentieel, de uitdrukkelijke betrokkenheid en de ambitie verantwoordelijk te zijn voor de eigen leefomgeving: bewonerskracht.
Er is een grote diversiteit in buurten; in sommige wijken is de druk op leefbaarheid groot, in andere is de betrokkenheid van bewoners beperkt. De rol van gemeente en van buurtnetwerken zal in die buurten een andere zijn dan elders. Soms is een buurtnetwerk ook en vooral een aanspreekpunt voor zwakkeren. Een blauwdruk bestaat niet.
(uit het Buurtnetblad 2015)